De zwaluw legt in het volst vertrouwen,
haar jongsken in het kunstig nest.
Zij weet dat God ze zal behoeden.
Zoals Hij ook over ons blijft hoeden.
Hij geeft altijd het beste van het best.
 
De mus heeft ook haar plek gevonden.
Ze voelt zich thuis in het huis van God.
Daar zal ze samen met al Gods kinderen.
En niemand zal haar dat verhinderen.
Zingen tot eer en glorie van een genadig God.
 
Die God die zorgt dat al zijn kinderen,
de vogels in de lucht voorbij zien gaan.
Hij zegt: kijk naar de vogels hoe ze leven.
Ben Ik het niet die hen alles zal geven.
Zou ik mijn kind dan in de kou laten staan?
 
Want op de vleugels van een arend
zal Ik jullie dragen door gevaren heen.
En net als Elia vertrouwde dat de raven,
hem elke dag weer het voedsel gaven.
Zo leven ook jullie niet van brood alleen.
 
De vredesduif, het teken van Christus' liefde,
Daalde vanuit de hoge op de Mensenzoon neer.
Zie hier, dit is mijn Zoon die Ik u heb gezonden,
Met Hem blijf Ik tot in eeuwigheid verbonden.
Kom dan en kniel aan zijn voeten terneer.
 
Wie meevliegt op de vleugelen des hemels.
Komt niets tekort, God zorgt voor elke dag.
Kijk maar, Hij laat geen musje vallen.
Geef Hem je hart, Hij laat je welgevallen.
Aanbid Hem dan met eerbied en ontzag.