Vogels in de lucht,
ze vliegen in een zucht
over het wereldrond.

Van hoog zien zij de grond,
waar ook hun voedsel is.
Zo leven zij gewis.

Wat God hen heeft geschonken,
ligt ook voor ons te lonken.
Hij is het die voorziet.

De vogel zingt zijn lied.
De mens werkt en overdenkt
of God het hem wel schenkt.

Maar: wat heeft God gezegd?
Hij heeft het uitgelegd!
"Voor de vogels zorg Ik goed,
maar de mens geef Ik Mijn bloed".