Toen na de laatste nieuwjaarsnacht
Mijn straatje zeer uitbundig was bezaaid
Met afval van kabaal en kleur, 
Het was nog niet verwaaid..
En heel subtiel hing er de geur
Van kruit dat tot ontploffing was gebracht
Heb ik goedsmoeds de bezem beet gepakt
En ben gaan vegen tot de vuile troep
Verpakkingen en snippers vastgeplakt
Verzameld van de goot en van de stoep
Bijeen lag als een grote rode berg
"Nou",riep een buurman, "da’s toch erg!
Nou heb je niet gestookt en moet toch ruimen
Wel lieve mens dat is toch niet te pruimen.."
We lachten samen om die situatie
Ik keek eens naar de afvalhoop en zei
Ik heb het er nog karig afgebracht
Er is een veel selecter variatie..
Er is er Een die alle vuiligheid
Van alle zonden op de hele  aarde..
Op Zich nam in volle gewilligheid
Wat kostelijk, wat heerlijk, en wat mooi
Daarbij bezien is nu dat beetje zooi
Hier op de straat toch maar een peulenschil
Hij stemde diep nadenkend in, en… zo God wil
Geeft HIJ zo’n kort gesprekje hoger waarde..