Geen mens kan zonder de warmte van de zon.
Haar stralen geven het licht voor het leven.
Zij geeft liefde waarmee ze de haat overwon.
Ze staat aan de hemel met schoonheid geheven.
 
Haar stralende kleuren schitteren van ver.
Zo brengen ze Gods liefde in harten van mensen.
Haar gouden gloed weerkaatst in de Ster.
Die hoog verheven voldoet aan Gods wensen.
 
Zo maakt Hij de komst van zijn Zoon ons bekend.
De Zoon die de zon van ons bestaan wil wezen.
Ze wordt aan het ruime hemelrond herkend.
En zal met haar warmte de aarde genezen.
 
Van kribbe tot kruis liep de zon haar baan.
En liet in het graf haar warmtebron branden.
Zo kwam Gods Zoon terug in het hemels bestaan.
Waar Hij zich ontdeed van de aardse banden.
 
Daar in het licht van het hemels Vaderhuis.
Stuurt Hij de liefde met zijn warme zonnestralen.
Die liefde maakt dat de zon schijnt in elk huis,
waar men Gods Zoon met vreugde binnen wil halen.