Ik ontmoette je
in die zomer
op een kille dag. 
Ik zag de liefde
in je ogen
en ontdekte er
goedheid in.
Ik werd bedwelmd
en gaf me over
aan jouw warmte
en ontving.
Je bande de kou
uit mijn hart
en nam me mee
op de weg
die jij moest gaan.
-Je gaf jezelf-
 
Je gaf jezelf
terwijl ik toekeek
maar het niet verstond.
Jouw winter
werd mijn zomer,
want je greep mijn hand,
gaf mij je woord,
dat me troostte
en ’t begrijpen deed.
Je nam mij mee
en deed me stralen als
een reine bruid.
Ik wil van jou zijn,
stil genieten van
jouw warmtebron,
omdat Jij, - mijn Heiland-
mijn kille hart  overwon.