Ik wenste een sonnet in zomertrant,
een kleurrijk klinkdicht over zon en leven,
een thema vaak bejubeld, graag beschreven,
van de seizoenen het meest eclatant.

'De zomerzon zond stralen flamboyant,
leek over 't land een kleurrijk kleed te weven,
dat zielen, zichtbaar lichter, op deed leven,
in blijheid, vrijheid, vrolijk nonchalant.'......
 
Niets kwam meer binnen, zinnen bleven steken,
de ochtendzon bescheen mijn blank papier,
een poosje rust, 't was vast een hemels teken :

neem tijd, heb oog voor Gods schoon nù en hier !
Genietend van Zijn zon heb 'k rondgekeken,
geen pretsonnet, 'k kreeg kleurrijk kijkplezier.