Daar ligt Hij dan de jonge Koning
voor ons in al Zijn nederigheid.
Een schamele stal dat is Zijn woning
die Hem Gods Zoon bleek toebereid.

Met warme straling in Zijn ogen
kijkt Hij naar ons de wereld in.
En wie ze ziet die raakt bewogen
want daaruit vloeit Zijn groots bemin.

Hij zal ons door het leven leiden
van ons begin tot onze dood.
Hij komt ons van de schuld bevrijden
en Hij vergeeft de zonden nood.

Dit kleine kind zal Koning wezen
over de mensheid, heel de aard.
Hem hoort de lof en eer bewezen
want dat is 't kindje Jezus waard.