Door ’t sterrenschijnsel, goud omrand,
is in een stal het Kind geboren.
Komt brengen wij Hem offerrand,
wat bij een koningskind doet horen.
Het bericht dat ons Gods engel bracht,
die tot ons neer kwam dalen.
Was die van ’t kind dat werd verwacht,
waarvan hij deed verhalen.


In doeken en in stro gelegd,
ligt ’t Kind met helder blauwe ogen.
Door profetieën reeds voorzegd,
de Zoon van Vader uit de hoge.
Maria mocht de moeder zijn,
die ’t Goddelijk Kind mocht baren.
Hij die de Vredevorst zal zijn,
aan ons Zijn liefd’ verklaren.


Hij komt geheel in eigen stijl,
in eenvoud als de minste wezend.
Hij komt ons brengen ’t Goddelijk heil,
aan allen die Gods woorden vrezend.
Hij komt als dienaar, komt als knecht,
Hij komt om harten te genezen.
Hij brengt ons vrede, brengt ons recht,
Hij zal Gods liefderegels lezen.

Justus A. van Tricht