Elk mens moet eens zijn dood aanvaarden
als die zich aandient op zijn tijd
en moet vertrekken van de aarde
ten volle daartoe eens bereid.

God heeft daartoe de klok in handen
die stil het naderend uur aanwijst
en ieder los van aardse banden
van hier naar andere oorden reist.

Na d'aardse strijd wacht een nieuw leven
omgeven door een zoete rust
de hemelvreugd' om te beleven
van haar geneugten zich bewust.

Dit is de hoop voor hen die geloven
dat er een nieuwe wereld wacht
en ziende door de poort hier boven
het gouden licht dat straalt met pracht.

Een nieuw bestaan wordt aangeboden
een leven tot in eeuwigheid
hier zijn geen tranen meer, geen noden
maar leven in Gods zaligheid.