Hij heeft aan mij Zijn hand gereikt,
en heeft met mij ’t verbond gesloten.
Waaruit zijn trouw en liefde blijkt,
die uit zijn wezen is ontsproten.


Ik ben Zijn kind dat Hij bemint,
en ik mag Hem mijn Vader noemen.
Het is zijn liefd’ die mij verbindt,
met Hem, wiens naam mijn mond zal roemen.


Ik ga aan ’s Vaders hand geleid,
zo zal mijn thuiskomst veilig wezen.
Als ‘k door het hemelslicht verblijd,
van Hem mijn huis krijg toegewezen.
Justus A. van Tricht