Hoe hoog en ver de hemel is
kunnen wij niet verklaren
maar eenmaal zal God aan de mens
haar glans ons openbaren.

Haar heerlijkheid zo ongekend
plaats van eeuwig verblijden
wordt eenmaal aan ons toegekend
als wij van ‘d aarde scheiden.

Daar wacht ons dan ’t beloofde huis
waar God ons in laat trekken
en voorgoed komen wij dan thuis
daar onze hand naar strekken.

In ’t huis van God is geen gebrek
niemand hoeft armoe lijden
Op de door God geschapen plek
bestaat enkel verblijden.