'k Volg Hem mijn Herder op de voet,
waarheem Hij mij zal leiden.
'k Vertrouw dat wat Hij doet is goed,
Hij schenkt mij hartsverblijden.
Want waar mijn Heer en Heiland gaat,
wiens liefd' voor mij doet zorgen.
Daar vind ik heil daar vind ik baat,
bij Hem ben ik geborgen.
Hij is het die mij wegen wijst,
die wij tesaam betreden.
Waar 't licht der zon voor mij oprijst,
daarop richt ik mijn schreden.
Maar ook in tijden van bezwaar,
als moeite en zorg mij kwellen,.
Dan word ik steeds Zijn licht gewaar,
en 't mij voor ogen stellen.
Met Jezus ga ik hand in hand,
met Hem ben 'k nauw verbonden.
In liefde die mij steeds omspant,
in Hem een vriend gevonden.
'k Bespreek met Hem wat in mij leeft,
mijn hart Hem toevertrouwend.
Die wat het nodig heeft mij geeft,
mij met Zijn woord opbouwend.
Mijn vreugde kan ik aan Hem kwijt,
maar ook mijn bittere tranen.
't Verdriet als het mijn ziel doorsplijt,
en moed en kracht soms tanen.
Hij spreekt nooit woorden van verwijt,
is enkel liefde gevend.
Hij is tot steun mij steeds bereid,
met grote trouw omgevend.
Hij is mijn Gids, Hij gaat mij voor.
Hij heeft altijd een luist'rend oor,
bevrijdend is Zijn hand'len.
Door moeilijkheden loodst Hij heen,
door tijden van benauwen.
Hij laat mij nimmermeer alleen,
maar eenmaal 't thuisland schouwen.
waarheem Hij mij zal leiden.
'k Vertrouw dat wat Hij doet is goed,
Hij schenkt mij hartsverblijden.
Want waar mijn Heer en Heiland gaat,
wiens liefd' voor mij doet zorgen.
Daar vind ik heil daar vind ik baat,
bij Hem ben ik geborgen.
Hij is het die mij wegen wijst,
die wij tesaam betreden.
Waar 't licht der zon voor mij oprijst,
daarop richt ik mijn schreden.
Maar ook in tijden van bezwaar,
als moeite en zorg mij kwellen,.
Dan word ik steeds Zijn licht gewaar,
en 't mij voor ogen stellen.
Met Jezus ga ik hand in hand,
met Hem ben 'k nauw verbonden.
In liefde die mij steeds omspant,
in Hem een vriend gevonden.
'k Bespreek met Hem wat in mij leeft,
mijn hart Hem toevertrouwend.
Die wat het nodig heeft mij geeft,
mij met Zijn woord opbouwend.
Mijn vreugde kan ik aan Hem kwijt,
maar ook mijn bittere tranen.
't Verdriet als het mijn ziel doorsplijt,
en moed en kracht soms tanen.
Hij spreekt nooit woorden van verwijt,
is enkel liefde gevend.
Hij is tot steun mij steeds bereid,
met grote trouw omgevend.
Hij is mijn Gids, Hij gaat mij voor.
Hij heeft altijd een luist'rend oor,
bevrijdend is Zijn hand'len.
Door moeilijkheden loodst Hij heen,
door tijden van benauwen.
Hij laat mij nimmermeer alleen,
maar eenmaal 't thuisland schouwen.
Justus A van Tricht
5 april 2006