Kom met mij mee naar Bethlehem,
waar Jezus is geboren.
‘k Vernam het van der engelenstem
liet mij Gods boodschap horen.
Kom volg met mij de held’re ster,
die wijst ons naar Zijn woning.
De stal, de kribbe zijn niet ver,
daar ligt de Heer, uw koning.


Kom brengen wij dit Kind de eer,
Messias, lang verwachtte.
Immanuel, en houdt steeds weer,
zijn naam in uw gedachten.
Schenk Hem uw wierook, mirr’ en goud,
uw hart, uw liefdegaven.
Die kwam tot ons voor ons behoud,
tot redding en tot laven.


Zijn koningschap is niet van hier,
dat neerdaalt uit de hoge.
Toch vestigt Hij Gods koninkrijk,
eens uit de hemelbogen.
Na lijden, kruis, verrijzenis,
zal hij ten hemel varen.
Eens op Gods Dag dan keert Hij weer,
met al Zijn eng’lenscharen.


Dit is de dag die hoop ons brengt,
voor moeden en verdrukten.
Die dag die komt Gods toekomst wenkt,
bevrijdt de onderdrukten.
Wij mogen dan na het gericht,
Gods poorten binnenstromen.
En juichend voor Gods aangezicht,
naar ’t eeuwig feestmaal komen.


Melodie L.v.d.K 231

Justus A. van Tricht