Laat ieder woord wat wij doen spreken,
omgeven door de liefde zijn.
Opdat het harten niet zal breken,
maar steeds oprecht en eerlijk zijn.
Voor onze lippen hoort een wachter,
waardoor ’t venijnig woord niet glipt.
Die zorgt dat ’t kwade woord er achter,
niet onverhoeds naar buiten slipt.
Een woord kan zegenen of verwonden,
kan helend of tot schade zijn.
Tot breuken leiden en tot zonden,
kwetsuren vol van diepe pijn.
Want liefdewoorden doen verbinden,
terwijl het kwade scheiding brengt.
Daar waar men ’t liefdewoord doet vinden,
ervaart men dat men liefde schenkt.