Met hemelvreugd en engelenkoren
liet God van de geboorte horen.
Van ’t kindje dat in Bethlehems stal,
’s werelds verlosser wezen zal.


Gods blijde boodschap werd verteld,
door d’ engel herders blij vermeld.
Zij hielden in die donkere nacht,
bij al hun schapen trouw de wacht.


De herders zijn opweg gegaan,
en hebben bij de krib gestaan.
Waarin het kind was neergelegd,
zoals dat aan hen was voorzegd.


Zij brachten toen Gods boodschap rond,
de mare ging van mond tot mond.
De profetie was nu vervuld,
nu dit gebeuren was onthuld.


God plaatste hoog een gouden ster,
die noodde wijzen van heel ver.
Zij brachten ’t kind hun eerbetoon,
met schatten rijk en wonderschoon.


Zo zorgde God zelf voor het feest,
waar iedereen is bij geweest.
Gezegend is elk heengegaan,
die bij het kribje heeft gestaan.


Laat ons vandaag dan in die geest,
ook vieren het geboortefeest.
Van ’t Christuskind, Immanuel,
wiens naam ons zegent wonderwel.
Justus A. van Tricht