Mijn ziel gaat als een lam
op schoonheid van getijden
wat in mijn leven kwam
en mijn ziel blijft verblijden.

Ik zie verheugd in ’t rond
al wat God heeft geschapen
bij elke morgenstond
nadat ik heb geslapen.

Het is de Heer die waakt
mijn leven zal beschermen
ik word door Zijn liefd’ geraakt
biedt mij steeds Zijn ontfermen.

Mijn Herder is de Heer
wiens staf mij zal geleiden
en voor mij telkens weer
het slechte pad zal mijden.

God heft mijn wezen op
Hij draagt mij in Zijn handen
ik voel Zijn hartenklop
ervaar Zijn liefdebanden.

Ik weet God laat mij nooit los
geen eenzaamheid ervaren
Zijn liefde is de tros
die blijft Hij mij verklaren.

In Gods geborgenheid
mag ‘k dagelijks vertoeven
totdat ik op Gods tijd
de eeuwigheid zal proeven.