Mijn dagen zijn geteld,
ik moet je gaan verlaten.
Het is de Heer die roept
mij tot Zijn vreugdestaten.
Mijn tijd hier haast vervuld,
zal tot een einde komen.
Voor mij wordt straks onthuld,
't verlangen van mijn dromen.


Je moet mij laten gaan,
mijn lief ik laat je achter.
Met dank voor liefde en trouw,
mij wacht de hemelwachter.
Ik moet alleen op reis,
en gaande naar de Heer.
Mij wacht het Paradijs,
maar: "Morgen zie ik je weer"!

Justus. A van Tricht


18 april 2006