In trouw en vrede leven.
Naar oprechtheid streven.
Ieder 't zijne, niemand pijn.
Naar principe leven,
Elk vertrouwen geven,
Altijd eerlijk zijn.
Toch te zijn gevallen,
In handen die vergallen,
Vreugde ten spijt.
Ten onrechte bejegend,
Veroordeeld, overwegend,
Door oneerlijkheid.
Mensen die op wraak zinnen,
Die niet van binnen,
't geweten laten spreken.
Steunen op eigen macht,
noch luisterend naar rede of klacht,
iedere tegenstand breken.
Hij werd veroordeeld zonder schuld,
Zonder klacht, in eindeloos geduld,
Ging Hij de weg naar 't kruis.
Door ons beschuldigd, vals en laf,
Ging Hij de lijdensweg naar 't graf,
En bracht óns veilig thuis.