wil mij dragen als een kind.
'k Doe voor U mijn hart ontsluiten,
'k weet mij Heer door U bemint.
In Uw liefde ben 'k geborgen,
liefde die mij nooit verlaat.
Liefde die voor mij zal zorgen,
liefd' die nooit verloren gaat.
Wil mij koesteren en strelen,
fluister mij Uw woorden in.
Mij in Uw genade delen,
in het licht van Uw bemin.
Laat dat licht mij Heer omstralen,
met haar liefdevolle schijn.
In mijn hart Uw vrede dalen,
en daarin aanwezig zijn.
Laat mij in Uw armen rusten,
in de plooien van Uw kleed.
Voer mij naar Uw veilige kusten,
aan het witte strand zo breed.
Laat mij eens het land bereiken,
van melk en honing, overvloed.
't Blijde land der eeuwigheden,
door haar lichtglans blij begroet.
(De tekst is door de auteur getoonzet
en deze op op aanvraag verkrijgbaar.)