Geboren in Wakken 1929 (West-Vlaanderen) als negende van veertien kinderen. Twaalf jaren in twee weeshuizen verbleven; allen werden we geplaatst in instellingen voor probleemkinderen. Drie jaar drukkerij in vakschool tijdens de oorlogsjaren, en maakte ik kennis met het boekbinden. Zeventien jaren ondergronds mijnwerker; later veiligheidsagent bij munitiedepots en het vervoer ervan. Als evangelisch christen was ik dienstbaar bij het bezoeken van de zieken. Op vijfenzeventig jarige leeftijd probeerde ik mij;n memoires te schrijven, maar ik voelde een literaire voorrang voor poëzie, vandaar deze gedichten.
Dit is het debuut van een zwanenzanger. Dichtkunst kan ongekunsteld verrijkend en verrassend uit het diepste van het hart komen en een melange van geloof hoop en liefde voortbrengen.
Zonder literaire pretenties tracht ik diverse themas als scherts en ernst afwisselend uit mijn levenservaring in woorden te omschrijven.
De mijnwerker roept de diepte naar hogere sferen, maar ook in mijn eenzaamheid en ziekte zijn vele mystieke denkbeelden in dit boekje opgetekend voor hen die lijden.
De bundel is op dit moment niet meer te koop.
