Aan het begin van een zin gebruiken we een hoofdletter, maar hoe zit dat met woorden als ze niet aan het begin van de zin staan? Sommige dichters gebruiken helemaal geen hoofdletters. Dat mag. Maar dan wel consequent. Niet in de ene strofe wél een hoofdletter en in de andere strofe niet. Consequentie is belangrijk.

Namen van personen, bijvoorbeeld Jan de Vries. In sommige gevallen is dit in België anders dan in Nederland. Meer hierover op de pagina Pietje Puk.

 

Afgeleide woorden van persoonsnamen, zoals "freudiaans" en "een Rembrandt" worden behandeld op de pagina Rembrandt, freudiaans.

 

Aardrijkskundige namen en hun afgeleiden, zoals "Zuidoost-Noord-Brabant" en "een fles bordeaux", maar ook bevolkingsgroepen zoals "islamieten" worden besproken op de pagina de Rijn, rijnwijn.

 

Religieuze namen en termen, zoals Allah, de paus en de Bijbel komen aan de orde op de pagina God, de paus.

 

Historische gebeurtenissen en unieke instellingen worden met een hoofdletter geschreven. Dat lees je op de pagina Golfoorlog, Hoge Raad

bovenstaande  met toestemming overgenomen van www.beterspellen.nl

Namen van maanden Tot halverwege de twintigste eeuw schreef men de namen van maanden, week- en feestdagen met een hoofdletter: Januari, Maandag, Vrijdag, etc. In 1954 verscheen het eerste 'Groene Boekje', de Woordenlijst van de Nederlandse taal. De maanden en de gewone dagen van de week kregen daarin kleine letters en dat is sindsdien zo gebleven. Alleen feestdagen worden nog steeds met een hoofdletter geschreven: Pasen, Goede Vrijdag, Witte Donderdag, etc.