(of als de hoofdpersoon al meervoud is: maak dan enkelvoud)
Als het niet lukt: kijk op de pagina over Meervoud maken.
Verandert het betreffende probleemwerkwoord mee?
- Ja, het probleemwoord verandert mee. Het werkwoord hoort bij de
hoofdpersoon.
Ga naar stap 2.
- Nee, een ander werkwoord in de zin verandert mee. Dit werkwoord is
waarschijnlijk een voltooid deelwoord.
Ga naar de pagina over voltooid deelwoord.
STAP 2: Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
Wat lukt beter: een korte versie van de zin maken met "vandaag" of "gisteren", zonder het werkwoord te veranderen?
- Vandaag. Bijvoorbeeld "Hij rijdt op een fiets" -
"Vandaag rijdt hij op een fiets."
Ga naar de pagina over tegenwoordige tijd.
- Gisteren. Bijvoorbeeld: "Hij reed op een fiets" - "Gisteren
reed hij op een fiets."
Ga naar de pagina over verleden tijd.