De laatste uren en seconden
glijden gestaag naar twaalven voort.
Nog met het oude jaar verbonden
totdat de klokslag wordt gehoord.
Die ’t nieuwe jaar weer in zal luiden
een schone bladzij die ons wacht.
Ons op de nieuwe dag zal duiden
om twaalf uren in de nacht.

Het vuurwerk zal weer luidde knallen
en schitteren diep in de nacht.
Wat wordt er dan weer door ons allen
in ‘t komend nieuwe jaar verwacht.
Brengt het ons waar wij naar verlangen
vervult het ieders hart met geloof.
Om zegening van God ’t ontvangen
of zijn wij voor Zijn woorden doof.

Wordt het een jaar van rust en vrede
brengen de dagen ons ’t geluk.
Deelt soms het nieuwsbericht ons mede
een tijd van onrust en van druk.
De toekomst ligt in ’s Heren handen
Hij overziet steeds uur en tijd.
Zijn handen sturen de verbanden
en zijn het die de toekomst leidt.

God drukt Zijn stempel op de tijden
en regelt zoals het moet gaan.
Die tijden zijn niet te vermijden
en moet een ieder ondergaan.
Tot op die dag Gods klok zal luiden
en die zijn twaalf slagen slaat.
Die op de eeuwige toekomst duiden
pas dan voor ons beginnen gaat.

Nieuw ingezonden gedichten