dan wat een mens vaak dragen moet.
Het uwe niet en ook niet 't mijne,
de last die elk verdragen doet.
Bekend met geseling van woorden,
blijkt vaak doortrokken ons bestaan.
Maar niet de pijn rond het vermoorden,
wat men met Jezus heeft gedaan.
Hem werd een dubbele last gegeven,
een last van lichaam en van geest.
Met spijkers in Zijn lijf gedreven,
wat wreed en vreselijk is geweest.
Bespot, gehoond, door taal vernederd,
een lichaam door de pijn verkrampt.
Maar met Zijn blik die nog vertedert,
aan 't kruis vast in de grond gestampt.
Zijn schouders deden lasten dragen,
van 's werelds zonden, u en mij.
Jezus verdroeg dit zonder klagen,
en maakte zo de weg weer vrij.
Naar God vergevend onze zonden,
door Hem voor ons het Offerlam.
Waarin geen kwaad ooit werd gevonden,
die onze zonden op zich nam.
Wie zou er nu nog durven klagen,
om 't kruis wat hij te dragen heeft.
En dit niet moedig verder dragen,
wetend dat Jezus kracht hem geeft.
De Levende, Hij is verrezen,
draagt immers 't kruis ook met u mee.
Laat Hem dan steeds uw krachtbron wezen,
dan krijgt en heeft u kracht voor twee.