Hij sprak hen zacht van het verraad,
Hij wist wat Hem ging overkomen.
Gaand als gebond'ne over straat,
het bloed zou uit zijn wonden stromen.

Zijn vrienden waren zeer ontdaan.
En door d' emoties diep bewogen.
Maar een van hen was heengegaan.
Keek Jezus niet meer recht in d' ogen.

Hij had met Hem zijn hand gedoopt,
die waarheidsschotel heeft doen heten.
Judas had op 't Godsrijk gehoopt,
maar de betekenis vergeten.

Nu wacht het kruis, Gethsemane.
Nu wachten Jezus de soldaten.
Straks moet Hij in de optocht mee.
Wordt Hij door iedereen verlaten.

Maar zou de Heer die weg niet gaan.
Dan waren wij voorgoed verloren.
Verduisterd blijven ons bestaan.
Waarin geen enkel licht zou gloren.

Doch Jezus heeft het kruis aanvaard.
De spot, de hoon, de martelingen.
En zo zijn grote liefd' verklaard.
Die mens en wereld zal omringen.
Justus A. van Tricht


 

Nieuw ingezonden gedichten