Voor onze ogen opgetild,
is Hij ten hemel opgevaren.
Na 't einde van zijn aardse strijd,
doen wij nu in de ruimte staren.
Niet lijfelijk langer onder ons,
maar in de Geest met ons verbonden.
Die Hij aan allen heeft beloofd,
en naar de wereld wordt gezonden.

Geopend werd de hemelpoort,
waar in Hij binnen is getreden.
En nu weer bij zijn Vader woont,
in 't blijde licht der eeuwigheden.
Daar wordt ons nu een plaats bereid,
want eenmaal zal Hij wederkomen.
Ons nieuwe huis dat staat reeds klaar,
dat is gebouwd voor alle vromen.

Wij wachten op zijn wederkomst,
dat zal een grote vreugde wezen.
Het laat de harten sneller slaan,
als ons zijn vrede wordt bewezen.
Wanneer zijn majesteit getoond,
zijn heerlijkheid ons zal omstralen.
Dan wordt het Godsrijk opgericht,
dat van omhoog komt nederdalen.
Justus A. van Tricht



Nieuw ingezonden gedichten