Ik kan Het Kind maar niet vergeten,
dat ik zag zo hulpeloos en klein.
Waar God de mensheid van liet weten,
dat het haar Redder eens zal zijn.
Mijn hart werd door dit Kind bewogen,
toen ik daar bij de kribbe stond.
En keek in de zacht bruine ogen,
van 't Kind dat God de wereld zond.

Het is nu eeuwen lang geleden,
dat 't Christuskind ter wereld kwam.
En die als mens voor ons geleden,
het kruishout op Zijn schouders nam
Ook toen werd weer mijn hart bewogen,
door 't lijden wat ik heb aanschouwd.
Ik zag weer die zachte bruine ogen,
waar 't levenslicht in werd verflauwd.

Nog altijd kan ik niet vergeten,
de ogen van dit Kind, die man.
Ik blijf steeds van dit gebeuren weten,
dat 'k nimmermeer vergeten kan.
Maar 't mooist moment mij bijgebleven,
was toen Hij plots weer voor mij stond.
Als d' Opgestane Heer van 't leven,
eens op die blijde morgenstond.

Toen zag ik weer die bruine ogen,
zo stralend als de morgenzon.
Mijn hart werd weer opnieuw bewogen,
door nieuwe toekomst die begon.
Ik zag weer Zijn liefde op mij dalen,
die dronk mijn hart verlangend in.
Zijn ogen deden mij verhalen,
van Zijn oneindig groot bemin.
Justus A. van Tricht


Nieuw ingezonden gedichten