't Kind te Bethlehem geboren,
dat zal eenmaal koning zijn.
Iedereen zal er van horen,
't bericht klinkt op voor groot en klein.
Maria die 't kindje baarde,
werd de moeder van dit kind.
Dat gekomen op de aarde,
eens de mensheid samenbindt.

't Kind moet nog de weg bewandelen,
die van kribbe gaat naar 't kruis.
Weg die door Zijn liefd'vol handelen,
ons weer leidt naar 't Vaderhuis.
Velen zal Hij tot zich trekken,
Herder die Zijn schapen hoedt.
En naar elk Zijn hand uitstrekken,
gelijk een Goede Herder doet.

Jezus zal zich laten kronen,
met de scherpe doornenkroon.
En zo mens en wereld tonen,
dat Hij waarlijk is Gods Zoon.
Die uit liefde wilde sterven,
voor het heil van ieder mens.
Door hen 't leven te verwerven,
gaande tot de laatste grens.

Heer is Hij van dood en leven,
grenzeloos is ook Zijn macht.
Liefde heeft Hij ons gegeven,
rijkelijk ons er mee bedacht.
Vredevorst zal men Hem noemen,
brengende Hem lof en eer.
En Zijn naam voor eeuwig roemen,
zeggend: Jezus, Hij is Heer!

(te zingen op de melodie van "Alle Menschen werden Brüder" uit de 9e symfonie van Ludwig van Beethoven).

Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten