In de rugzak die wij dragen,
zit ontzettend veel verstopt.
Moeiten, leed en levensvragen,
dikwijls heel diep weggestopt.
Goed verdeeld in vele vakjes,
tijdens 't leven opgespaard.
Zitten daar de vele pakjes,
goed verpakt bijeen vergaard.

Elk mens heeft zo'n zak te torsen,
waarmee hij door 't leven gaat.
Die geen mens ooit kan doorvorsen,
zolang die niet open gaat.
Slechts God weet wat er aan zorgen,
diep in ieders rugzak zit.
In de vakjes weg geborgen,
waarvoor men om uitkomst bidt.

Maar wij mogen Hem steeds vragen,
om verlichting van de last.
Die wij hebben mee te dragen,
in de rugzak opgetast.
Op ons smeken en ons bidden,
spreekt in liefde dan de Heer.
Leg uw last maar in het midden,
van uw schouders voor Mij neer.

Dan haalt God de vele pakjes,
uit de rugzak een voor een.
Behoedzaam leegt Hij de vakjes,
en vergeten zal Hij geen.
In elk vak wordt dan geborgen,
Zijn aan ons gegeven woord,
dat Hij steeds voor ons zal zorgen,
kracht schenkt die bij 't leven hoort.

In de rugzak zijn de vakjes
nu met Gods woord rijk gevuld.
Dat in liefdevolle pakjes,
onderweg steeds mag onthuld.
En steeds nieuwe kracht zal geven,
in voorspoed en in tegenslag.
Zodat ieder mens in 't leven,
voortaan gezegend verder mag.

Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten