Met Hem op reis, de lange tocht aanvaard,
om samen 't einddoel te bereiken.
Gaand aan Zijn hand,
laat Hij Zijn liefde blijken,
Die met Zijn trouw aan mij wordt openbaart.
Hij gaat mij voor de weg die Hij mij wijst,
om in Zijn voetsporen te treden.
Door 't woeste land
leidt Hij met zorg mijn schreden.
Waar voor mijn oog het hooggebergte rijst.
Hij trekt met mij door menig diepe dal,
leidt mij door bruisende rivieren.
Hij waarschuwt mij,
voor slang en wilde dieren.
Behoedt mij steeds voor struikelen en val.
Ik word gewezen op het boze kwaad,
dat onderweg mij kan belagen.
Dat onverwachts,
plots voor mij op komt dagen.
En met haar wapens mij naar 't leven staat.
Maar met Hem overwin ik, kom ik thuis,
Hij immers blijft mij voortgeleiden.
Die zekerheid,
zal steeds mijn hart verblijden.
Ik weet dat 'k eens zal wonen in Zijn huis.
De lange tocht met Hem komt eens ten eind,
dan gaan voor mij de deuren open.
Dan mag ik blij
de hemel binnenlopen.
Om daar voorgoed samen met Hem te zijn.