Hoor naar de stem van onze Heer
de herder die wil leiden.
Hij roept Zijn schapen telkens weer
tot gaan naar groene weiden.
En voeren wil uit 't dor bestaan
om achter Hem de weg te gaan
die voert tot hartsverblijden.

Hij telt Zijn kudde keer op keer
geen schaap mag gaan verloren.
Hij zoekt wie afdwaalt telkens weer
brengt terug waarbij zij horen.
De kudde door Zijn staf geleid
Zijn schapen die Hij hoedt en weidt
bij nacht en ochtendgloren.

Hij voert Zijn kudde overal
langs bergen en door dalen.
Naar bronnen waar zij drinken zal
en rust en vrede stralen.
Hij is hun Hoeder in de nacht
houdt over allen trouw de wacht
opdat zij niet verdwalen.

Hij brengt Zijn kudde veilig thuis
door ontij en door stormen.
Hij laat Zijn doel, het gaan naar huis
door machten niet vervormen.
Hij is de Weg, de Deur der stal
waardoor de kudde binnen zal
beschut zijn voor de stormen. 


Melodie lied 169 Liedboek v.d. Kerken.

Nieuw ingezonden gedichten