Kijk eens bij jezelf naar binnen,
wat daar woont en bij je leeft.
Vorsend in die heldere spiegel,
aan jou ’t beeld en inzicht geeft.
Waardoor je dan moet beamen,
dat je als mens weer hebt gefaald.
Niet beantwoord hebt aan normen,
jou door Jezus zijn verhaald.

Tegen ’t licht wordt dan gehouden,
waarvoor jij je schamen zult.
Omdat je weer niet de woorden,
naar Zijn opdracht hebt vervuld.
’t Lijkt van buitenaf heel anders,
maar van binnen is het zwart.
’t Liefdelicht blijkt te ontbreken,
tot in ’t diepste van je hart.

Want de Heer Hij ziet je daden,
schade die is toegebracht.
In je omgang met de mensen,
hield Zijn woord niet in gedacht’.
Daarmee heb je Hem verloochend,
en gezegd: Ik ken U niet.
Tot Hem die verdrietig kijkend,
d’ ongerechtigheden ziet.

Hoe kan Hij je nu vergeven,
zolang jij je niet bekeert?
En je hart met schuld en zonden,
Hem slechts met de lippen eert!
Blijf maar in die spiegel kijken,
want het beeld wordt niet vervaagd.
Voordat jij als mens belijdend,
Hem en mens vergeving vraagt.

Wie zijn naasten heeft beschadigd,
doet dat ook de Heiland aan.
Die je enkel begenadigt,
als je weer tot Hem zult gaan.
Speel geen spel met mooie woorden,
want daar kijkt Hij dwars door heen.
Want dan wijst Hij je op daden,
oorzaak zijnd van pijn, geween!





Nieuw ingezonden gedichten