Hij was als mens alles verloren
’t bestaan bestond uit eenzaamheid.
Hij zag geen enkel licht meer gloren
wilde van d’ eenzaamheid bevrijd.

’t Was elke dag voor hem weer vechten
tegen de golven van ’t verdriet.
Hij wilde zich zo graag weer hechten
aan iemand die hem uitkomst biedt.

Hij had van Jezus niet vernomen
en wist de weg niet daar naar toe.
Om bij de Heiland aan te komen
hij was kapot en levensmoe.

Maar op een zondag in zijn leven
bezocht hij plotseling de kerk.
Daar werd door ’t woord hem aangegeven
het heil van Gods verlossingswerk.

De mens vermoeid en zwaar beladen
mag daarmee tot de Heiland gaan.
En Hem vertellen van de schade
aan hem in ’t leven aangedaan.

Zo kwam ook ’t woord bij hem naar binnen
dat hem ten diepste heeft geraakt.
Hem kansen bood van nieuw beginnen
door Jezus tot nieuw mens gemaakt.

Zijn leven gaf hij Hem in handen
van nu af volgde hij de Heer.
Die liefde in zijn hart liet branden
ontstoken en niet eenzaam meer.

Nieuw ingezonden gedichten