Heer, zie mij aan, om Christus' wil,
wil mij niet uit Uw lichtkring stoten.
Mij daarin blijven dat zo stil
mijn leven veilig houdt omsloten.
Door ‘t bloed dat Hij voor mij gestort,
mij heeft gereinigd van de zonden.
En dat ik in Uw ogen word,
weer rein en liefelijk bevonden.

Heer zie mij aan en leg Uw hand,
in liefde op mijn hoofd, mijn schouder.
Schenk mij toch zegen van Uw kant,
wie is als U mij meer, vertrouwder.
Ik heb Uw woorden steeds betracht,
heb vaak gefaald, ben steeds gevallen.
Maar houdt toch ‘t goede in gedacht’,
laat mij niet uit Uw handen vallen.

Heer zie mij aan en noem mijn naam,
laat mij toch in Uw armen vlieden.
Maak mij door Uwe liefd’ bekwaam,
alleen U hebt mij meer te bieden
dan alle rijkdom hier op aard’,
het woord van trouw, de liefd’ van mensen.
Uw liefde hebt G’ aan mij verklaard,
wat kan ik mij nog beter wensen.

Heer zie mij aan en richt mij op,
dan zal mijn hart van vreugde zingen.
Opdat mijn lied tot aan de top,
der hemelhoogten door zal dringen.
Laat m’ in Uw oog gevonden zijn,
dat op mij rusten zal en waken.
Wees mij het licht, de zonneschijn,
dat liefdevol mijn hart doet raken.

Heer zie mij aan en laat mij komen,
eens in Uw koninkrijk dat wacht.
En laat mij in Uw armen dromen,
van wat U mij hebt toebedacht.
Ik hoor Uw stem die fluisterzacht,
mij noemt Uw kind, in U herboren.
Gij laat een morgen ongedacht,
vol luister voor mijn ogen gloren.

Nieuw ingezonden gedichten