Het is Gods trouw die eeuwig blijft,
Hij houdt Zijn woord gestand.
Door wat Hij met Zijn vinger schrijft,
dit in onze harten brandt.
Opdat wij weten voor altijd,
dat God ons nooit verlaat.
Maar altijd ons blijft toegewijd.
Hij die steeds met ons gaat

In voor en tegen is nabij,
God zelf ons ieder uur.
Met raad en daad en hulp terzij,
Hij is het brandend vuur.
Dat in een wolk ons gaat vooruit,
oplichtend in de nacht.
Wiens hand beschermt en ons omsluit,
waaruit Zijn heil ons wacht.

Want elk wie zich op Hem verlaat,
wie op Gods woord steeds bouwt.
Waarvan de liefde steeds de maat,
is waar hij op vertrouwt.
Die wandelt in ’t gezegend licht,
waarmee God hem omstraalt.
Wanneer hij steeds zijn ogen richt,
hoe God zijn weg bepaalt.

Nieuw ingezonden gedichten