Ga met de Heer op ’s levens paden,
en vraag of Hij uw voeten leidt.
Om aan Zijn hand en zonder schade,
opweg te zijn naar d’ eeuwigheid.
Laat Hem u door de straten leiden,
het zandpad of het modderpad.
De smalle weg naar het bevrijden,
weg die voert naar de hemelstad.


Ga met de Heer op ’s Heren wegen,
wijk nimmer van Zijn paden af.
Het zijn de paden van Zijn zegen,
waarop Hij Zijn belofte gaf.
Hij weet wat voor U is het beste,
en wijst U telkens op het spoor.
Dat met Hem eens ten langen leste,
U voert met Hem Zijn poorten door.


Verkies toch niet de brede wegen,
waarop de Heer niet met U gaat.
Daarop ontbreekt Zijn rijke zegen,
volgt d’ afgrond die voor ogen staat.
Wie op de hemel niet wil wachten,
maar d’ aardse rijkdom prefereert.
Heeft niet Gods schatten in gedachten,
zoals Zijn woord ons allen leert.


Die mens hij gaat gewis verloren,
Hij zal Gods Koninkrijk niet zien.
Hem is een vreselijk lot beschoren,
wat door Gods woord hem wordt voorzien.
Hij zal geen hemelslicht aanschouwen,
maar leven in de duisternis.
En eeuwig zal hij daar dan rouwen,
omdat zijn kans verkeken is.


Ga met de Heer op ’s levens paden,
en vraag of Hij uw voeten leidt.
Om aan Zijn hand en zonder schade,
opweg te zijn naar d’ eeuwigheid.
Laat Hem u door de straten leiden,
het zandpad of het modderpad.
De smalle weg naar het bevrijden,
weg die voert naar de hemelstad.
Justus A. van Tricht


 

Nieuw ingezonden gedichten