Wanneer je door het dal moet gaan,
door ’t donkere duister ingesloten.
Roep dan de naam van Jezus aan,
met licht wordt dan je pad begoten.
Hij neemt je veilig bij de hand,
Hij zal je dan de weg weer wijzen.
In ’t licht wat voor je ogen brandt,
je zo Zijn liefde en zorg bewijzen.

De trektocht weer de heuvels op,
die zal Hij gaan door jou te leiden.
Je voerend naar de hoogste top,
Hij biedt weer uitzicht en verblijden.
Je tranen worden stil gedroogd,
want Jezus zal met jou bespreken.
Die niet vernederd maar verhoogt,
de dingen die je hart deed breken.

De Heer is Trooster van ’t gemoed,
wanneer soms hart en ziel doen beven.
Je vaak niet weet hoe ’t verder moet,
maar Hij laat hart en ziel herleven.
Bemoediging klinkt in Zijn stem,
door woorden die Hij jou laat horen.
En Hij bevestigt jou met klem,
jij bent voor ’t hemelrijk geboren.

Dat is de weg die jij zult gaan,
zoals met jou zijn er nog velen.
Die ook door donkere dalen gaan,
maar ook in Jezus liefde delen.
Jij gaat die weg ook niet alleen,
de anderen wil de Heer ook leiden.
Die ook door donkere dalen heen,
met Hem doen komen tot bevrijden.

Je zult eens op die bergtop staan,
en blij ’t beloofde land aanschouwen.
De laatste sprong met Jezus gaan,
met zekerheid in vol vertrouwen.
Om van de aarde opgetild,
met Hem de laatste meters lopend.
Aankomend waar Hij heeft gewild,
bij d’ hemelpoort voor jou geopend.
Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten