Mijn hand wil die van jou omsluiten,
als jij daar biddend Mij om vraagt.
En jij tot Mij je nood wilt uiten,
van lasten die je met je draagt.
Laat Mij die van je schouders tillen,
leg wat bezwaart maar bij Mij neer.
Dan zal Ik al je pijn doen stillen,
dan keert in ’t hart de rust kind weer.

Immers geen mens hoeft meer te dragen,
alleen, dan wat hij dragen kan.
Je weet toch dat je Mij mag vragen,
jou te bevrijden van die ban.
Mijn schouders immers zijn veel sterker,
kunnen de last der wereld aan.
Mijn liefde was toch de bewerker,
van wat Ik droeg en heb doorstaan.

Dus kan Ik ook jouw lasten dragen,
geen enkele last is Mij te zwaar.
Je hoeft ’t Mij enkel maar te vragen,
dan sta Ik kind met liefde klaar.
Want Ik beschik over de krachten,
die jou en menig mens ontbreekt.
Maar wie het heil van Mij verwachten,
ontvangt dat ’t hem aan niets ontbreekt!
Justus A. van Tricht


 

Nieuw ingezonden gedichten