Kon ik je nog maar even zien,
nog eenmaal stil je hand vast houden.
Zoals in tijden van voordien,
tesaam verbonden als vertrouwden.
Maar jij bent van mij heengegaan,
en in de andere wereld leven.
Je kent nu 't hemelse bestaan,
wat door God aan jou is gegeven.

Kon ik je nog maar even zien,
je kussen en je wangen strelen.
Zoals in tijden van voordien,
waarin wij alles deden delen.
Maar 't is voorbij die mooie tijd,
die 'k samen met je door mocht maken.
Wat zou mijn hart toch zijn verblijdt,
als ik je hand weer aan kon raken.

Kon ik je nog maar even zien,
maar 'k kan alleen welterusten zeggen.
Niet meer als vroeger en voordien,
mijn hand zacht in de jouwe leggen.
Toch komt voor ons eenmaal de tijd,
die mij op 't weerzien weer laat hopen.
En 'k niet meer onder 't afscheid lijd,
maar wij weer hand in hand doen lopen.
Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten