Met regelmaat doe ik ontmoeten,
hen die in 't leven zijn gestrand.
Niet wetend hoe zij verder moeten,
vragend om steun en om een hand.
Die hun een stukje voort wil leiden,
een mens die enkele mijlen gaat.
Zoekend een weg naar het bevrijden,
uit somberheid, 't verdriet, de haat.

Ik ken de harten vol met vragen,
ik weet van veel verdriet en strijd.
Van onrecht dat men moest verdragen,
de pijn die men van binnen lijdt.
Ik kan slechts luisteren en bidden,
en door in liefde er te zijn.
Wetende dat God in ons midden,
een weg zal weten uit de pijn.

Ik zie ze wandelen door de straten,
de winkelcentra in en uit.
Door zorg gebukt, alleen, verlaten,
't café dat vaak hun dag besluit.
Er zijn zo velen vastgelopen,
in deze kille maatschappij.
Die op een toekomst niet meer hopen,
door drank en drugs staande terzij.

Ik ben bekend met de verhalen,
door scheiding die gezinnen splijt.
Door werkeloosheid die laat dalen,
beperken 's levens mogelijkheid.
Ik zie hoe mensen steeds meer lijden,
vergrijzend in hun eenzaamheid.
Hoe armoede in deze tijden,
uitgroeit tot harde werkelijkheid.

Maar waar ik kan daar blijf ik streven,
een dienaar van de Heer te zijn.
Bevechtend kwaliteit van leven,
voor hen die uitgestoten zijn.
God immers heeft tot taak gegeven,
elk tot Zijn liefdepastoraat.
Zich aan elk mens met liefd' te geven,
die aan zijn last ten ondergaat.

God immers zal Zijn hand doen reiken,
door onze handen en ons hart.
Om steeds door liefde te bereiken,
verlichting van de zorg en smart.
Laat dan uw hart in liefde spreken,
wees met uw naast' als mens begaan.
Steun hem in zwakheid en gebreken,
en hij zijn weg kan verder gaan.
Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten