God was ons denken ver vooruit
en was reeds lang mobiel te bellen.
Hij legde Zijn methode uit,
als wij Hem iets wilden vertellen:
Wees stil en vouw je handen maar,
dan zal Ik aan een ieder leren,
hoe hij steeds draadloos, ja echt waar,
altijd met mij kan communiceren.


Kniel in de stilte voor mij neer,
'k zal Mijn mobiele nummer geven.
Voor 't dagelijks telefoonverkeer,
Mijn nummer dat is driemaal zeven.
'k Ben altijd thuis en geef gehoor,
aan ieder die Mij op wil bellen.
Ik bied altijd een luist'rend oor,
wie in gebed tot Mij komt snellen.


Mijn voicemail staat dan ook nooit aan,
want dat doet enkel irriteren.
Voor hen die biddend tot Mij gaan,
het zou ze immers af doen weren.
Noem Mij maar Vader, wie Mij belt,
dat schept een band, dat schept vertrouwen,
Weet, alles wat Mij wordt verteld,
zal Ik vertrouw'lijk achter houwen.


Bereikbaar ben ik dag en nacht,
op elk uur voor wie Mij wil spreken.
'k Zal luisteren naar vreugd' en klacht,
en schenk in nood Mijn licht als teken.
Dat Ik het bidden heb gehoord,
waarop 'k Mijn antwoord steeds zal geven.
Als Mijn bewijs dat 't is verhoord,
en harten weer zal doen herleven.


Overal waar men zich bevindt,
kan men met Mij communiceren.
Zich tot Mij richt als biddend kind,
elk kan mobiel zich tot Mij keren.
Mijn telefoon is nooit bezet,
de lijn naar boven staat steeds open.
Die kent ook geen moment belet,
voor elk wie op Mijn antwoord hopen.


God blijkt hieruit de tijd vooruit,
mobiel hem bellen was reeds mogelijk.
Toen vonden wij 't mobieltje uit,
maar in Gods oog is dat onooglijk.
Want dat is kwetsbaar, kan kapot,
heeft een beperkte duur van leven.
Kent niet de mogelijkheid die God,
aan alle mensen heeft gegeven.


De mogelijkheid die God ons biedt,
om steeds mobiel met Hem te bellen.
Is niet waarin techniek voorziet,
die ongebreideld voort blijft snellen.
Het voordeel van Gods eigen net,
heeft ook geen telefoonkaart nodig.
Blijkt gratis voor ons opgezet,
en die is daardoor overbodig!
Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten