Nooit kan met woorden uitgedrukt
wat Jezus heeft doorstaan.
Geslagen, onder 't kruis gebukt,
waaraan men hem liet slaan.
Nooit vind ik woorden voor de pijn
die recht doen aan Zijn leed.
Hij die Verlosser wilde zijn,
Hem die ik nooit vergeet.


Nooit kan met woorden uitgezegd,
de draagkracht van Zijn liefd'.
Nooit kan aan iemand uitgelegd,
van spijkers Hem doorkliefd'.
Nooit vond men op de wereld ooit,
zo'n mens die sterven wou.
Die met een doornen kroon getooid,
voor allen lijden zou.


Nooit komt er voor ons meer een mens,
die de dood overwon.
De Hemelzoon die naar Gods wens,
aan 't reddingsplan begon.
Hij heeft Gods plan en wil volbracht,
van zonden ons bevrijdt.
Hij stond weer op uit eigen kracht,
wiens liefd' van ons nooit scheidt.


Maar eenmaal komt de grote dag,
dat graven opengaan.
Dan maakt de hemel blij gewag,
dat doden op gaan staan.
Dan komt Hij die zijn leven gaf,
op wolken tot ons weer.
En volgen wij de herderstaf,
van Jezus onze Heer.
Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten