Wie kan dit lijden koel aanschouwen,
aanzien met onbewogenheid.
Ziend hoe men spijkers fel doet houwen,
in hand en voet tot het hout splijt.
Wiens oog wenst zich niet af te wenden,
bij zoveel wreedheid die het ziet.
Gebrokenheid diepe ellende,
is wat de dood aan 't kruishout biedt.

Wie zou dit lijden kunnen dragen,
met 's werelds lasten op zijn rug.
Geduldig moedig, zonder klagen,
en zo naar d' hemel slaand een brug.
Die mensen weer tot God doet leiden,
zo'n mens bestaat er echt maar een.
Het is Gods Zoon die komt bevrijden,
Hij droeg de last van 't kruis alleen.

Met tranen ben ik diep bewogen,
ziende hoe Hij aan 't kruishout hangt.
Gehaat, bespot, voor aller ogen,
waarvan Hij minachting ontvangt.
Maar Hij hield vol tot aan het einde,
de opdracht Gods heeft Hij volbracht.
Om 't lam en s' werelds offer zijnde,
en zo met God verzoening bracht.

Zijn sterven maakt ons weer tot kinderen,
die door God aangenomen zijn.
Niets zal nu toegang meer verhinderen,
tot 't huis van Vader groot en klein.
Hij laat ze allen binnentreden,
door 't offer van Zijn Zoon gebracht.
Te leven tot in 'd eeuwigheden,
en bij Zijn voordeur opgewacht.
Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten