Genageld aan het harde hout,
Zijn rug gegeseld, stukgeslagen.
Bespot, gehoond, de last gedragen,
hing Hij aan 't kruis voor ons behoud.

Hoe vreselijk was Zijn zware strijd,
hoe zwaar wogen Hem onze zonden.
Waarvan wij door Hem zijn ontbonden,
tot stervens toe voor ons bereid.

Hij droeg voor ons het zondaarsloon,
volbracht het plan van God de Vader.
Hij bracht tot Hem opnieuw ons nader,
Hij onze Redder, Mensenzoon.

Hij was het die Zijn leven gaf,
de Goede Herder die moest sterven.
Die ons het leven zou verwerven,
door te verrijzen uit het graf.

Nog staat het teken van Zijn kruis,
in deze wereld ons voor ogen.
Van Hem die met Zijn hart bewogen,
zal brengen ons bij Vader thuis.
Justus A. van Tricht



Nieuw ingezonden gedichten