Van noord naar zuid, van oost naar west,
trekt Hij en komt op hoge winden.
Hij daalt in hart, op hoofden neer,
Zijn macht doet samenbinden,
Een gouden vlam die niet verschroeit,
is 't teken van Zijn komen.
De Heil'ge Geest wiens vuurvlam gloeit,
heeft Zijn plaats ingenomen.

Hij heeft de grenzen overbrugd,
verenigt mensen en hun talen.
Die plotseling elkaar verstaan,
toen Hij kwam nederdalen.
Van mond tot mond klinkt nu het woord,
wat duidelijk wordt begrepen.
En menig hart wat heeft gehoord,
zich door de Geest meeslepen.

De kracht, de teek'nen die verricht,
behoren tot Zijn grote daden.
De grote Trooster zal Hij zijn,
die nooit een mens zal schaden.
Genezing mag van Hem verwacht,
als wij er Hem om bidden.
En Hij aanwezig met Zijn kracht,
merkbaar is in ons midden.
Justus A. van Tricht


 

Nieuw ingezonden gedichten