In het land van Gods beloften,
is het beter dan op d' aard.
Anders is daar ons bezitten,
dan hetgeen hier is vergaard.
Geen belasting wordt geheven,
en geen premie wordt betaald.
Geen successierecht bij leven,
op de erfenis verhaald.

In het land van Gods beloften,
is het anders dan op d' aard.
Waar de Schepper in zijn kluizen,
d' hemelschat voor ons bewaard.
Hier doet roest en mot verslinden,
wat wij hebben aan bezit.
En zich rond ons doet bevinden,
menig hart zich vast aan klit.

In het land van Gods beloften,
gaat het anders dan op d' aard.
Daar is wat wij eens verkrijgen,
alles ongekend meer waard.
Roest en mot kan niet verslinden,
van het erfdeel dat men krijgt.
Wat God schenkt aan zijn beminden,
maar de omvang nog verzwijgt.

In het land van Gods beloften,
wordt het anders dan op d' aard.
Laat dus 't hart zich daartoe neigen,
God zijn schat ons openbaart.
Alles hier gaat eens verloren,
en zal eens ten ondergaan.
Maar Gods schat waarvan wij horen,
blijft in eeuwigheid bestaan.
Justus A. van Tricht



Nieuw ingezonden gedichten