verdragen alle spot en hoon.
Vernedering en alle slagen,
de spijkers en het zondaarsloon.
Maar Gij Heer hebt U niet verweerd,
niet tegen de Romein gekeerd.
U koos om voor ons Heer te sterven,
en bent de zware weg gegaan.
Die ons het leven laat beërven,
U liet U aan het kruishout slaan.
Men hief U aan het kruis omhoog
ten schand voor aller oog.
Gij hebt Uw leven weggegeven,
men heeft U als een lam geslacht.
Uw sterven schonk aan ons het leven,
en hebt dit offer opgebracht.
Nu is de dood geen eindpunt meer,
maar eeuwig leven met U Heer.
Want U bent uit de dood verrezen,
en uit het graf weer opgestaan.
Nu hebben wij niets meer te vrezen,
wij mogen in Gods daglicht staan.
Door 't lijden, dood is ons bereid,
de weg naar eeuw'ge zaligheid.
Melodie lied 440 L.v.d.K