Ik zag je gaan al worstelend door het leven,
ik zag je gaan met elke dag weer strijd.
Mij diep bewust waarmee je bent omgeven.
de lasten en de pijn waaraan jij lijdt.
Ik zag de wegen die je hebt bewandeld.
wat telkens tot mislukking heeft geleid.
Ik heb gemerkt hoe dat je hebt gehandeld,
hoe je verdwaalde door verkeerd beleid.

Ik heb zo vaak je hand weer vastgenomen,
en dikwijls weer je voortgang geplaveid.
Maar 'k zag je op die weg nooit verder komen,
steeds door je fantasieén weer misleid.
Je wist je richting nimmer te bepalen,
en zwalkte zoekend, dolend in het rond.
Het kon niet anders dat je zou verdwalen,
dicht bij de diepe afgrond je bevond.

Je pleegde aanslag op wie jou beminden,
je leven werd voor hen een zware last.
Je kon de juiste weg maar steeds niet vinden,
bleef als een blinde voortgaand op de tast.
Naar wijze woorden wilde je niet horen,
oprechtheid, liefde wees je telkens af.
Want Borderline deed alles ruw verstoren,
de stoornis die jouw leven kind omgaf.

Ik heb je alle zorg en liefde kind gegeven,
en van de Weg van kinds af aan verhaald.
Maar ondanks al het liefdevolle streven,
ben jij toch op je levensweg verdwaald.
Ik deed je op de goede Herder wijzen,
je gaf alleen aan Hem nog niet gehoor.
Om voortaan op je weg met Hem te reizen,
en met Hem gaande in het juiste spoor.

Ik kan je kind dan ook niet verder helpen,
jouw last is voor mijn schouders veel te zwaar.
Er is maar Een die al je nood kan stelpen,
Hij wacht op jou en staat reeds voor je klaar.
Kies toch eens eindelijk voor die goede Herder,
die je steeds roept en steeds weer naar je zocht.
Laat je toch vinden want dan kom je verder,
met al jouw lasten op je verdere levenstocht.

Hij is het die de diepe pijn kan stillen,
die in je hart kan lezen wat er leeft.
En die je geest uit donk're diepten op kan tillen,
de Heer die aan je ziel het leven geeft.
Loop toch niet verder meer langs de ravijnen,
ga toch niet langer kind langs diepten voort.
Je hoort van kinds af aan reeds tot de Zijnen,
Geef toch gehoor mijn kind aan Jezus reddend woord.

Ik laat je gaan met tranen in mijn ogen,
ik laat je gaan kind met een bloedend hart.
Dat door het bitt're afscheid diep bewogen,
vervuld is met gevoel van diepe smart.
Ik kan je enkel nu nog aanbevelen,
bij Hem die jou uit 't duister trekken kan.
Hij die Zijn liefd' voor jou, je uit wil delen,
en je ontbinden van je vreselijke ban.

Hij is in staat mijn kind je te genezen,
en zorgend dat je leven draagbaar wordt.
Dat heeft de Heer al menigmaal bewezen,
wanneer Zijn Geest in 't hart wordt uitgestort.
Zet lieve kind je hart toch voor Hem open,
zoek naar de weg waarop je Jezus vindt.
Dan mag je hart op Zijn genezing hopen,
bij Hem die jou nog meer dan ik, bemint.
Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten