Het mooiste moet nog komen,
het beste wat ons wacht.
Waarvan wij hoopvol dromen,,
aan 't einde van de nacht.
Wanneer de eeuw'ge morgen,
blinkend voor 't oog verrijst.
Om in Gods liefd' geborgen,
ziend wat Hij ons bereid.

In lichtglans zal verschijnen,
de rijkdom van Gods rijk.
Dan geeft God aan de Zijnen,
van Zijn beloften blijk.
Van vreugd', zullen wij zingen,
de Godsstad in doen gaan.
Waar Gods beloofde dingen,
voor 't oog ons zullen staan.
Justus A. van Tricht

Nieuw ingezonden gedichten