werd ik met valse woorden.
Met pijlen van venijn,
die scherp mijn hart doorboorden.
Door geseling van de zweep,
zoals de tong kan wezen.
Die hart en ziel toekneep,
de slagen mij bewezen.
Mijn hart kromp fel ineen,
ik besef wat Jezus voelde.
Aan 't kruis daar zo alleen,
en wat de Heer bedoelde.
Te schande zoals Hij,
onderga ik het lijden.
De felle pijn in mij.
hunkerend naar mijn bevrijden.
Maar Christus hield mij voor,
mijn kruisweg te aanvaarden.
Hem volgend in Zijn spoor
gaande op deze aarde.
Ik doe mijn andere wang,
mijn vijanden toekeren.
Want 'k weet dat ik ontvang,
kracht, licht uit hoger sferen.
Mijn kruis is kinderspel,
bij wat mijn Heer moest lijden.
Om gaande door de hel,
eens komend tot bevrijden.
Niets wat mijn hart weerhoudt,
om Jezus na te volgen,
De weg van mijn behoud,
gaat langs pijn en vervolgen.
Ik draag mijn kruis met ere,
hoe zwaar de last ook is.
Want ik mocht van Hem leren,
weg tot vergiffenis.
Die weg naar liefde opent,
naar heling en herstel.
Eens d' hemel binnenlopend,
onttrokken aan de hel.